Laat je niet inpalmen! Indonesische palmolie is koloniaal
Ooit introduceerden Nederlanders oliepalmen in Indonesië. Nu is dit land de grootste palmolie-producent ter wereld. Dat levert economisch veel op – en er zijn voorbeelden van eerlijke en duurzame plantages. Maar nog veel vaker gaat de productie ervan hand in hand met landroof en uitbuiting.
Het roept de vraag op: is Indonesië écht vrij sinds de onafhankelijkheid? Of zijn grote bedrijven de nieuwe koloniale macht? En… hoe zorgen we zorgen we ervoor dat álle Indonesiërs gaan profiteren van deze veelgevraagde olie?
Van Afrika naar Indonesië
Oliepalmen zijn inheems in West-Afrika en de olie wordt al eeuwen gebruikt om bijvoorbeeld mee te koken. In de 19e eeuw explodeerde de vraag naar palmolie om twee redenen: Europese kolonisatie en industrialisatie. Palmolie bleek perfect om machines mee te smeren; zeep van te maken; en nog véél meer. Europeanen legden daarom grote plantages aan in hun kolonies. Naar de mening van Afrikanen werd niet gevraagd. Zij moesten vaak als dwangarbeider of tegen lage lonen werken op de plantages.
Nederland kon niet achterblijven en introduceerde de ‘wonderpalm’ in Nederlands-Indië, waar het klimaat overeenkomt met West-Afrika. Indonesische palmolie is dus 100% een koloniaal product: vóór 1834 groeiden die bomen daar helemaal niet! Net zoals bijvoorbeeld cacao – een Latijns-Amerikaanse plant die nu vooral in Ghana en Ivoorkust wordt verbouwd. Veel van de producten die we dagelijks gebruiken hebben dus een koloniale geschiedenis. Ja, ook jouw shampoo, margarine, tandpasta of noodles… want palmolie zit echt overal in.
Indonesië wordt nog steeds gezien als een goedkoop productieland – waar je grondstoffen vandaan haalt en plantages aanlegt zonder al te veel gedoe. Net zoals in de koloniale tijd. – Ratri Kusumohartono, campaigner Eerlijke economie bij Oxfam Novib
Wist je dat...
- Indonesië 60% van alle palmolie wereldwijd produceert?
- Nederland de grootste palmolie-importeur is in Europa? Door de Rotterdamse haven hebben we nog steeds een sleutelrol – én veel invloed om te sturen op duurzame palmolie.
- Grondbezit enorm scheef is in Indonesië? Ter illustratie: één multinational bezit 3,1 miljoen hectare (4x de oppervlakte van Bali). De gemiddelde boer heeft maar 0,5 hectare (een half voetbalveld).
- Indonesiërs die protesteren tegen grote bedrijven celstraf riskeren of erger? Deze vrouw uit Sumatra moest vijf maanden de cel in nadat ze protesteerde tegen een vervuilende palmoliefabriek naast een school.
- De palmolie-industrie een van de grootste werkgevers in het land is? 16 miljoen Indonesiërs zijn in dienst en nog eens 2,6 miljoen Indonesiërs en hun familie hebben eigen kleine plantages.

Van wie is Indonesië’s land?
Bovenstaande vraag klinkt misschien als een inkoppertje: check gewoon de landakte. Maar niet iedereen deelt deze visie. In Indonesië was (en is) land vaak gemeenschappelijk. Het behoort aan de dorpelingen die er generatie op generatie wonen. Een papiertje met een handtekening erop is waardeloos vergeleken bij jarenlange kennis van het land.
Nederland gooit die visie overboord. In 1870 voert het koloniale bestuur een beruchte wet in: de Domeinverklaring. Al het land zonder officiële eigenaar valt daarmee in handen van de staat. Dat komt neer op ruim 60% (!) van Indonesisch grondgebied. Echt enorm veel.
In 1945 roept Indonesië de onafhankelijkheid uit (die Nederland pas in 1947 erkent). Indonesische presidenten zoals Soeharto zetten de deur wagenwijd open voor buitenlandse investeerders en bedrijven. De regering deelt land uit aan de hoogste bieder, of dat nu mijnbouw- of palmoliebedrijven zijn. Naar de mensen die op het land wonen wordt nog steeds niet geluisterd.
Veel winst, veel misstanden
Multinationals maken enorme winsten, maar de arbeiders zijn er weinig van terug. Wat is er allemaal mis in de sector:
- Landroof: palmoliebedrijven pikken op grote schaal grond in en Indonesiërs die hiertegen protesteren moeten dit bekopen met celstraf of erger.
- Kinderarbeid: boeren en plantage-arbeiders moeten vaak een quotum halen. Vaak werkt de hele familie mee (inclusief kinderen) om dat quotum te halen – maar alleen de man wordt betaald. Want alleen hij staat op de loonlijst.
- Gezondheid: arbeiders maken lange dagen en zijn vaak niet verzekerd tegen ongevallen (bijvoorbeeld als ze vruchten moeten plukken in bomen van 20 meter hoog). Ook wordt er gesproeid met chemicaliën die in de EU verboden zijn (checken of dit nog steeds klopt, 2016 Amnesty)
- Boskap: hectares regenwoud worden gekapt voor palmolieplantages. Dit regenwoud is super belangrijk voor de biodiversiteit én opslag van CO2.
Grote bedrijven kunnen het gezicht te worden van een nieuw soort kolonialisme. Daarom hameren we op internationale regels. En zeggen we tegen bedrijven: willen jullie soms een stempel als kolonisator?!
- Ratri Kusumohartono, campaigner Eerlijke economie bij Oxfam Novib
Kijktip: documentaire
De documentaire Colonial Debris volgt Indonesische boeren en dorpelingen die zich verzetten tegen palmoliebedrijven en projectontwikkelaars die hun land in beslag nemen. Ook legt de documentaire diepgewortelde oorzaken bloot die teruggaan tot de koloniale tijd en vandaag de dag nog steeds negatieve effecten heeft.
Zo werken wij aan eerlijke palmolie
Samen met onze Indonesische partners trainen we boeren in het duurzaam verbouwen van palmolie en op te komen voor hun (land)rechten. Juliadin uit Sulawesi vertelt: “Een paar jaar geleden pikte een bedrijf onze grond in en veranderde het in plantages. Na een tijdje vertrokken ze weer naar winstgevender oorden. Wat moesten we nu met ons land? Na de trainingen van Fair for All (een programma van Oxfam Novib) besloten we om een deel te gebruiken voor kleinschalige palmolie-productie en een ander deel voor natuurbehoud. We beseffen nu dat palmolie veel oplevert, maar dat het ook schadelijk is als het niet op een duurzame manier wordt verbouwd!”
Het boycotten van palmolie is niet de oplossing. In plaats daarvan lobbyen we op internationaal niveau voor een eerlijkere palmolie-industrie. We zijn lid van de Round Table for Sustainable Palm oil en zitten regelmatig met grote bedrijven om tafel (zoals AS Watson Benelux – moederbedrijf van o.a. Kruidvat) om tot duurzame oplossingen te komen. We geven bedrijven de handvaten om bijvoorbeeld hun inkoopbeleid of arbeidsvoorwaarden te verbeteren. Vaak is er wel de wil, maar mist de kennis. We gaan door totdat palmolie geen nare bijsmaak meer heeft!