Rampen veroorzaakt door klimaatcrisis laten noodhulp systeem uit zijn voegen barsten
Als gevolg van rampen door extreem weer zijn de humanitaire oproepen van de Verenigde Naties de laatste 20 jaar explosief gestegen. Het aantal oproepen is met maar liefst een factor 8 toegenomen en legt een steeds grotere druk op het al overbelaste en onder gefinancierde noodhulp-systeem, zo blijkt uit het nieuwe klimaatrapport van Oxfam Novib dat vandaag gepubliceerd wordt.
Het nieuwe Oxfam-rapport Footing the Bill, maakt duidelijk dat als gevolg van klimaatverandering er steeds frequenter, intenser en extremer weer voorkomt zoals orkanen, overstromingen en extreme droogte. Dit heeft rampzalige gevolgen voor armere landen. In 2000-2002 bedroegen de jaarlijkse oproepen van de VN, voor schade veroorzaakt door extreem weer, gezamenlijk $1,6 miljard, in de afgelopen drie jaar was dit bedrag al opgelopen tot $15,5 miljard. De kosten van deze weer gerelateerde rampen vergroten de wereldwijde ongelijkheid nog verder. Juist mensen in armere delen van de wereld worden het hardst geraakt terwijl zij vaak de investeringskracht en middelen missen die rijke landen wel hebben om zo’n ramp te boven te komen.
“De aarde is inmiddels met 1,1˚C opgewarmd door de hoge uitstoot van broeikasgassen afkomstig uit voornamelijk rijke landen”, zo stelt Hilde Stroot, klimaatexpert bij Oxfam Novib. “Het laatste IPCC-rapport waarschuwt dat zelfs bij het meest ambitieuze toekomstscenario, we de opwarming van de aarde tijdelijk niet onder de 1.5 ˚C houden. En die 1,5 graad temperatuurstijging is wereldwijd vastgelegd als de absolute bovengrens. Het gebrek aan ambitie om het tij te keren gaat catastrofale gevolgen hebben. Voornamelijk kwetsbare landen zijn hier nu al de dupe van. Verlies van levens, landbouwgrond, banen, infrastructuur en biodiversiteit door klimaatschade kunnen we niet langer negeren”.
De Oxfam-analyse focust op de eerste noodhulp maar de totale kosten van klimaatverandering liggen vele malen hoger. Deze kosten van klimaatschade voor ontwikkelingslanden, zoals de wederopbouw van huizen, infrastructuur, voedsel en drinkwater, zullen in 2030 tot zo’n $290 tot $580 miljard kunnen stijgen. Ook bereikt de noodhulp niet de mensen die het nodig hebben. Sinds 2000 zijn 3,9 miljard mensen geraakt door extreem weer, veroorzaakt door klimaatverandering. Maar slechts 474 miljoen van hen hebben daadwerkelijk aanspraak kunnen maken op noodhulp. Dat is 1 op de 8.
Rijke, geïndustrialiseerde landen zijn voor 92% verantwoordelijk voor alle historische CO2-emissies, het Afrikaanse continent momenteel slechts voor 4%. In de Hoorn van Afrika hebben 25 miljoen mensen te maken met extreme voedseltekorten door de ergste droogte sinds 40 jaar, terwijl deze regio, waartoe Ethiopië, Somalië, Kenia en Zuid Soedan behoren, gezamenlijk nog geen 0,1 % van de huidige wereldwijde CO2-emissies voor haar rekening neemt.
Tijdens de recente internationale VN-klimaattop in Glasgow negeerden de rijke landen systematisch de roep van armere landen om aparte financiering voor klimaatschade beschikbaar te stellen. Diezelfde landen lukt het niet om de CO2-uitstoot naar beneden te krijgen terwijl de economische schade door extreem weer in 2021 werd geschat op $ 329 miljard wereldwijd. Dit is bijna het dubbele van de totale hulp die de rijke landen in hetzelfde jaar aan de ontwikkelingslanden gaven. Tijdens de aankomende internationale VN-klimaattop in Egypte moet worden afgesproken dat klimaatschade, die vooral armere landen treft, gecompenseerd moet worden door rijke landen.
“Het kan niet van arme landen verwacht worden dat zij zelf voor de schade door klimaatverandering opdraaien. De kosten van schade veroorzaakt door klimaatverandering moeten op basis van verantwoordelijkheid worden gedragen, dat betekent dat rijke landen, grote bedrijven met een hoge CO2-uitstoot en miljonairs met een extreme CO2-voetafdruk moeten betalen voor de schade die zij veroorzaken”, zo stelt Stroot.
Noot voor redactie:
Oxfam Novib klimaatexpert Hilde Stroot is beschikbaar voor interviews, vindt hier het rapport en het methodologie document. Contact Jules van Os, Oxfam Novib persvoorlichting, 06-51573683.
Landen met de meeste terugkerende noodhulpaanvragen gekoppeld aan extreem weer, Afghanistan, Burkina Fasso, Burundi, Democratic Republic of Congo, Haïti, Kenia, Niger, Somalië, Zuid-Soedan, Uganda, Tsjaad, Sudan en Zimbabwe, zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 1,4 procent van de totale wereldwijde CO2-emissies.
Aon becijferde dat de totale kosten van extreem weer in 2021 wereldwijd $329 miljard bedroegen, na 2017 en 2005 het hoogste bedrag ooit
Rijke landen leverden $178.9 miljard aan ontwikkelingshulp (ODA) in 2021. Dit is gelijk aan 0,33 procent van het bruto nationaal inkomen van de donoren en veel lager dan het afgesproken 0.7% ODA doel .
Volgens verschillende bronnen (IFRC, Economist Intelligence Unit, Markandya and González-Eguino, Climate Analytics and Deloitte), zullen de geschatte kosten van verlies en schade in 2030 tussen de $200 en $580 miljard liggen.
Naar schatting sterft er iedere 48 seconde 1 persoon in de door droogte geteisterde regio’s https://www.oxfamnovib.nl/persberichten/extreme-honger-oost-afrika-maakt-mogelijk-iedere-48-seconden-nieuw-dodelijk-slachtoffer Somalie, Ethiopie en Kenia.
Oxfam's oproep voor de aankomende 56e sessie van de UNFCCC Subsidiary Body for Implementation (SBI) in Duitsland die op 7 juni start en waar ook een begin wordt gemaakt met de compensatie van klimaatschade, de zogenaamde ‘Glasgow Dialogue’ on Loss and Damage:
- Rijke landen zeggen aparte, nieuwe financiering toe voor klimaatschade, naast de al bestaande en toegezegde financiering voor klimaat-adaptatie en mitigatie. Deze financiering staat los van al bestaande ontwikkelingshulp toezeggingen.
- Alle overheden komen overeen dat er een financiële faciliteit wordt opgericht voor klimaatschade, waaraan jaarlijks wordt bijgedragen op basis van het aandeel aan klimaatverandering en financiële capaciteit
- Alle overheden komen overeen dat klimaatschade een kernpunt wordt in het UNFCCC’s Gender Action Plan.