Langetermijnvisie bij Unilever moet worden beloond
- 20 maart 2017
Het zou bijna door kunnen gaan als titel van een Carry Slee boek: ‘Afblijven! Hoe ik een ongewenste overname van Kraft Heinz Company overleefde’. Unilever, ’s werelds meest bekende leider op het gebied van duurzaamheid werd mid februari verrast met een overnamebod van Kraft Heinz ter waarde van 134 miljard euro. Het bod - dat in potentie hoger korte-termijn rendement zou opleveren – heeft voor veel opschudding gezorgd.
Ondanks dat het bod vrij snel werd ingetrokken, kan de schrik blijven doorwerken bij Unilever. Het kan tegelijkertijd andere bedrijven ontmoedigen om een langetermijnvisie en ambities op duurzaamheid voorop te stellen. In de afgelopen jaren heeft Unilever grote stappen gezet op het gebied van klimaat, mensenrechten en kleinschalige landbouw. Vorig jaar kwam Unilever als best scorende uit de bus in Oxfam’s Behind the Brands scorecard.
In de scorecard namen we de top 10 grootste voedingsmiddelenbedrijven onder de loep op 7 relevante thema’s: klimaatverandering, water, vrouwen, arbeiders, kleinschalige boeren, land en transparantie. Unilever heeft op het gebied van milieu investeringen gedaan die meer efficiëntie en een verkleinde milieu-impact kunnen gaan opleveren. Het korte termijn rendementsdenken is daarmee ondergeschikt gemaakt aan een groter lange termijn doel: een sterker bedrijf, samenleving en planeet voor morgen.
Investeren in duurzaamheid is een diepteinvestering
Deze strategie heeft Unilever geen windeieren gelegd. De operationele marge is vergelijkbaar met haar concurrenten, haar netto-inkomen is gestegen. Sterker nog, Unilever is het op 1 na grootste beursgenoteerde Nederlandse bedrijf in termen van marktkapitalisatie. Dus waarom kijken een aantal van haar beleggers naar Unilever als een bedrijf waarbinnen winst en rendement nog verder moet worden uitgeknepen?
Nu meer dan ooit verwachten investeerders een groter en sneller rendement. In de jaren 70 betaalden bedrijven in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld 10 van de 100 pond winst uit als dividend aan aandeelhouders. Tegenwoordig is dit al verzesvoudigd naar 60 pond. Met deze wereldwijde trend worden bedrijven ‘gebruikt’ om zoveel mogelijk waarde te ontrekken aan de reële economie in plaats van te herinvesteren in innovatie. Te vaak staat duurzaamheid niet op de prioriteitenlijst van bedrijven.
In de wereld van de corporates, overheerst de drang om ongeduldige investeerders blij te houden. Dit leidt tot het voortdurend najagen van korte termijn winsten met zo min mogelijk investeringen in het bedrijf en het eigen personeel. En verder in de keten leidt dit tot verwaarlozing van boerengemeenschappen en een race-to-the-bottom op loon en arbeidsomstandigheden. In dezelfde context moeten we ook constateren dat we leven in een absurde wereld waarin de 8 rijksten evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking. Het is hoog tijd om het tij te keren zodat niet alleen een kleine groep mensen profiteert.
Een van de sleutels ligt bij investeerders en beleggers die inzetten op de langere termijn. Denk aan Pensioenfonds Metaal & Techniek (PMT) en het Pensioenfonds van de Metalelektro (PME) en later ook ASR die zich aangetrokken voelen tot bedrijven als Unilever en die hun toekomstvisie onderschrijven. Er zijn steeds meer progressive investeerders die een positieve rol spelen door te pleiten voor meer transparantie op het gebied van de sociale- en milieuimpact van bedrijven maar ook wat de impact is op arbeidsomstandighden voor vrouwen. In 2013 gaven 33 investeerders - die tezamen 1,4 biljoen dollar vertegenwoordigden – duidelijk aan dat voedingsmiddelenbedrijven stappen moeten zetten op het gebied van boeren, arbeiders, vrouwenrechten, klimaat en transparantie.
Hervormen van bedrijfsmodellen cruciaal
Maar dat is niet alles. Om langetermijn denken en duurzaamheid te waarborgen, moeten we de manier waarop bedrijven en kapitaalmarkten georganiseerd zijn gaan transformeren. Het zijn geen bovennatuurlijke verschijnselen die we niet kunnen veranderen. Het zijn door de mens ontwikkelde structuren die we opnieuw kunnen ontwerpen. De oneindige zoektocht naar rendement door investeerders is niet onvermijdelijk. Bovendien hoeven we niet volledig afhankelijk te zijn van regulering om bedrijven het juiste te laten doen. Een steuntje in de rug door Minister Dijsselbloem wordt overigens wel gewaardeerd.
Er zijn genoeg innovatieve vermogens- en bestuursmodellen die ervoor zorgen dat arbeiders, boeren en gemeenschappen onderdeel kunnen zijn van de machtstructuren die bedrijfsprocessen en -besluiten aansturen. Bedrijven als John Lewis of Divine Chocolate – waar de medewerkers mede-eigenaar zijn – gaan niet gebukt onder de druk van korte termijn beleggers. Dit soort leiderschap vraagt om visie en ruggesteun van de overheid. Het begint bij overheden die vraagtekens zetten bij het op nummer 1 zetten van de belangen van aandeelhouders terwijl de belangen voor de samenleving het onderspit delven. We moeten toewerken naar een systeem waarin bedrijven die werknemers en de samenleving aantoonbaar voorop stellen, worden beloond in plaats van worden overgenomen.
Investeerders: kijk verder dan economische waarde
In de eerste plaats roept Oxfam Novib (institutionele) aandeelhouders in Unilever op om hun stem te laten horen en expliciet en openlijk bedrijven te steunen die hun nek uitsteken als het gaat om langetermijnvisie en duurzaamheid. Onze gedachten gaan daarbij uit naar pensioenfondsen PGGM en APG: beken kleur in deze tijden van externe druk op één van de voorlopers op het gebied van duurzaamheid in de voedingsmiddelenindustrie. Juist pensioenfondsen die investeren met geld van Nederlanders zouden de waarde creatie van een bedrijf breder moeten zien dan alleen de financiële waarde.
Ten tweede moedigt Oxfam Novib Unilever aan zich niet te laten beïnvloeden door investeerders om korte termijn groei te stimuleren. Als voedingsmiddelenbedrijf neemt Unilever verantwoordelijkheid op het gebied van internationale standaarden als de OESO richtlijnen, de United Nations Guiding Principles en de bekend ILO-standaarden voor arbeidsrechten. Het lange termijndenken zou eigenlijk geen keuze maar een grondbeginsel voor bedrijven moeten zijn. Het is daarom zorgwekkend om te zien dat de beloningsstructuur van senior managers wordt gekoppeld aan de aandelenprijs. Net zoals voor veel van haar concurrenten, loert voor Unilever een gevaar om de hoek waarbij leidinggevenden worden beloond voor het terugdringen van lonen van fabriekarbeiders en prijzen voor boeren – vaak de meest slecht betaalde medewerkers in het bedrijf. Unilever, blijf koersvast!