De ‘perfecte humanitaire storm’ in Niger
- 3 maart 2017
Awa kon haar kinderen niet meenemen en ze had geen schoenen aan toen ze moest vluchten voor het geweld in de grensstreek met Nigeria.
Later kwam haar buurvrouw met de kinderen ook naar Diffa, en leven ze tussen 250 duizend vluchtelingen uit Noord Nigeria en ontheemden uit het grensgebied van Niger.
Net als de duizenden andere vluchtelingen om zich heen, zegt Awa dat zij en haar kinderen honger hebben. Ze hebben voedsel nodig. Maar ze vraagt ook: ‘Help mij om weer een bestaan op te bouwen en weer in m’n eigen onderhoud te voorzien.’
Van boerin naar vluchteling
Awa was boerin, had een stuk land, waarvan ze haar gezin kon onderhouden. Nu heeft ze niets. Om zich heen een dor landschap, waar letterlijk alle bomen en struiken zijn verdwenen: gekapt om als brandhout te dienen. Awa is met haar kinderen, net als de andere vluchtelingen volledig afhankelijk geworden van noodhulp. Maar ook de lokale bevolking, de ruim 500 duizend inwoners van Diffa hebben het moeilijk. Ze zien de gevolgen van de enorme druk op land en water.
In Diffa heerst een ‘perfecte storm’ van crises, die samen tot een ramp hebben geleid.
Minder eten door klimaatverandering
Niger is het armste land ter wereld. Het land prijkt onderaan, of zo je wilt bovenaan alle lijstjes van armoede, moedersterfte, gebrek aan onderwijs. Maar Diffa was een gebied waar mensen zich redelijk konden bedruipen met landbouw - langs de Komadugu rivier ligt vruchtbare grond, met visserij en met handel.
Vroeger was het leven overzichtelijk. Voordat in juni het regenseizoen zich aandiende, leefden mensen hier altijd al met voedselschaarste, maar met reservevoorraden en rantsoenen kwamen de mensen deze schaarse periode meestal goed door. De laatste jaren slaat echter ook hier de klimaatverandering steeds harder toe: de regen valt te laat, stopt te vroeg, en als het regent vallen er zulke hoeveelheden dat zaad en landbouwgrond wegspoelen. Sinds de grote overstromingen van 2012 zijn de oogsten slecht en daardoor waren de reservevoorraden al zo goed als verdwenen.
Minder inkomsten door conflicten
Intussen verhevigde het geweld in het noorden van Nigeria, waar Boko Haram terreur uitoefent tegen de lokale bevolking en het leger genadeloos terugvecht. Ook dorpen in de buurlanden zijn regelmatig het doelwit van Boko Haram. In reactie begon het Nigerijnse leger acties langs de grens, om Boko Haram tegen te houden, en terug te dringen. Intussen is in de hele grensstreek de noodtoestand uitgeroepen. Om te voorkomen dat Boko Haram geld krijgt uit handel, landbouw of visserij, zijn al die activiteiten stilgelegd: er mag niet meer gevist worden, geen rode peper verbouwd (die brengt veel op), de markten zijn gesloten en brommers zijn verboden, omdat die gebruikt worden voor handel en voor terroristische aanslagen. Daardoor komen steeds meer inwoners van dorpen knel te zitten, of worden simpelweg weggestuurd.
Hoewel bepaalde maatregelen nodig zijn, treffen ze niet alleen Boko Haram. De hele bevolking is verstoken van inkomsten, wat de voedselcrisis nog verder verdiept.
Op de rand van hongersnood
Net als in het Noorden van Nigeria, leeft de bevolking intussen op de rand van een hongersnood. Hulporganisaties verlenen hulp, maar het geld raakt op. Oxfam heeft na mei nog amper geld om hulp te geven in dit gebied. We moeten noodgedwongen stoppen met het grootste gedeelte van ons werk in vluchtelingenkampen. Op de donorconferentie die vorige week in Oslo werd gehouden, hebben rijke landen slechts 30% van het benodigde geld toegezegd.
Het is hoog tijd dat de wereld deze crisis ziet voor wat het is: een ‘perfecte storm’ van humanitaire, klimatologische en politiek/militaire problemen, die niet alleen hier in Diffa, maar in heel Noord Nigeria en omliggende landen, op weg is een catastrofe te worden.
Slachtoffers helpen is een menselijke plicht
Het is belangrijk om de oorzaken van deze ramp te benoemen en er is massale, internationale actie nodig om de conflicten, de klimaatverandering en de diepe armoede aan te pakken. En wij zullen ons als ontwikkelingsorganisatie daar sterk voor blijven maken. Maar op dit moment staat deze regio in brand en het is belangrijk om de brand te blussen. De hulpverlening moet worden uitgebreid en zal nog en aantal maanden nodig zijn. En daarvoor is veel meer geld nodig.
Net als altijd, zullen ook nu weer cynici tegenwerpen dat het een bodemloze put is, dat er alweer honger is in Afrika, dat ze het zelf maar moeten uitzoeken. Dat is een harteloos verhaal tegenover mensen als Awa, en als hulpverleners zullen wij niet meegaan in dit cynisme. Slachtoffers van een crisis helpen is een menselijke plicht, daar staan wij voor en ik ben ervan overtuigd dat de meeste Nederlanders er precies zo over denken.
Farah Karimi is algemeen directeur bij Oxfam Novib. Eind februari bezocht ze Niger, naar aanleiding van de aanhoudende crisis. Ze sprak hier met vluchtelingen, hulpverleners, overheden en donororganisaties.