bestrijding ongelijkheid moet hart zijn van Ploumen's beleid

  • 28 maart 2013

Rond Pasen verschijnt de langverwachte beleidsnota van minister Ploumen. Het belooft een gouden ei te worden. Want ondanks opnieuw drastische bezuinigingen op het ontwikkelingsbudget, beoogt de minister te komen met een optimale mix tussen hulp en handel, meer doen met minder geld, wil ze als coherentiekampioen de groei van onze handelseconomie bevorderen en tegelijkertijd binnen één generatie extreme armoede de wereld uithelpen. Voorwaar een grootse ambitie.

Tegen ambities hebben we niets. Wij gaan al 57 jaar voor een rechtvaardige wereld zonder armoede. Dat dat nog altijd niet is gerealiseerd heeft ons bescheidenheid geleerd, maar ook een aantal andere lessen, die we graag met de minister delen  om te voorkomen dat het gouden ei straks een koekoeksjong voortbrengt.

De Nederlandse logica is doorgaans: Economische groei is noodzakelijk voor stijgende welvaart en voor een productieve beroepsbevolking en dalende armoede is eerlijk delen belangrijk en moet er goed onderwijs en toegankelijke zorg zijn. De conclusie lijkt vanzelfsprekend: dat hulp en handel hand in hand gaan. De praktijk is echter weerbarstiger. Gedereguleerde financiële markten brachten schuldencrises en recessies voort. Ongebreidelde exploitatie van onze planeet leidt tot klimaat-, energie- en voedselcrises. De markt is bepaald niet onfeilbaar en bij ontsporingen is de prijs hoog – en wordt verre van eerlijk verdeeld.

Neem de belastingen. Betaalt een gemiddelde Nederlander 39,5% aan belasting, Google betaalt slechts een effectieve belasting van 1,9 procent. Met bijna alle grote multinationals laat het bedrijf dankzij trucs van accountants en fiscalisten 6.000 miljard euro door Nederland heen vloeien, met als doel om minder belasting te hoeven betalen. De winst voor Nederland is hooguit een half miljard. Maar met Nederland in de hoofdrol loopt Afrika intussen door belastingontwijking 10 keer zo veel geld mis dan het aan ontwikkelingshulp krijgt.

Het kan niet de bedoeling zijn dat deze grote bedrijven ook nog eens geld uit het budget van ontwikkelingssamenwerking krijgen om elders hun inkomsten verder te vergroten. Nu al krijgen bedrijven van Westerse landen - inclusief Nederland - dit soort subsidies, maar minister Ploumen wil veel meer bedrijven gaan subsidiëren om zaken te doen in ontwikkelingslanden.

Ik ben niet tegen het bevorderen van ontwikkelingsrelevante investeringen in midden- en kleinbedrijven in ontwikkelingslanden. En wij zijn al de nodige jaren actief in het verbinden van (kleinere) ondernemers hier met ondernemers daar. Maar subsidie op investeringen lost niet vanzelf de alsmaar groeiende inkomensongelijkheid op en de daardoor voortdurende armoede.

Zelfs in Nederland stegen tussen 1985 en 2010 de 10% hoogste inkomens elk jaar ruim 1% meer dan de 10% laagste inkomens. In andere landen groeide de ongelijkheid nog veel harder. Opvallend is dat juist in sterk opkomende economieën als China en Zuid-Afrika en nieuwe middeninkomens landen als Angola en Nigeria de ongelijkheid ongekend hard stijgt.

Inmiddels woont ruim tweederde van alle mensen die in extreme armoede leeft in middeninkomens- landen. Net als de rest van de extreme armen, die in de allerarmste landen wonen, moeten zij rondkomen van minder dan één euro per dag. Net zo treurig, maar nog schrijnender door de dagelijkse aanblik van extreme rijkdom, zoals rondzoevende Ferrari’s, of exorbitante villawijken.

Daartegenover staat dat de ontwikkelingen in bijvoorbeeld China, India en Vietnam, tot voor kort arme landen, spectaculair zijn. Vele miljoenen mensen hebben zich daar uit armoede kunnen opwerken. Een groot misverstand is echter dat deze ontwikkeling puur te danken is aan economische groei. Het Human Development Report 2013 maakt duidelijk dat de vooruitgang in deze landen vooral mogelijk was door langdurige investeringen in onderwijs en gezondheidszorg – mede mogelijk gemaakt door ontwikkelingssamenwerking. Het rapport laat ook zien dat toegenomen ongelijkheid, enorme corruptie, ondemocratische politieke systemen en gigantische milieuproblemen in deze landen ongekende spanningen veroorzaken.

Een puur op economische groei gericht denken heft de ontwrichtende ongelijkheid in landen niet op en verergert deze interne spanningen alleen maar. Het doet al helemaal niets voor de in geweld, en uitbuiting gevangen burgers in fragiele staten. De vraag hoe het Nederlandse bedrijfsleven een graantje kan meepikken van de economische ontwikkeling in deze landen is een veel te kortzichtig kompas in het denken over ontwikkelingssamenwerking.

Daarom moet de aanpak van ongelijkheid het hart vormen van het nieuwe beleid van de minister. Bij het ondersteunen van handel moet de vraag zijn wat handel doet aan de aanpak van ongelijkheid; niet wat het bestaan van ongelijkheid aan handelskansen biedt. En vooral moet de minister komen met een coherent beleid, waarin veel aandacht uitgaat naar steun aan burgers en hun organisaties om tegenwicht te bieden aan corruptie en slecht bestuur Een beleid gericht op een eerlijke verdeling van welvaart en op een duurzame groei.

Ik hoop dat de minister niet zal  blijven steken in de economische recepten van de vorige eeuw, recepten die de ongelijkheid niet terugdringen, maar juist aanwakkeren.

 

Bron: Oxfam Novib, 28 maart 2013

Cookies

Logo Oxfam Novib

Fijn dat je onze site bezoekt

Cookies helpen ons om jou te laten zien wat je interessant en belangrijk vindt op onze eigen website, andere websites en sociale media. Vind je dat goed?

Logo Oxfam Novib

Cookies zelf instellen

Analytische en functionele cookies zijn nodig om te zorgen dat onze website goed werkt. Marketing en sociale media cookies zorgen dat je relevante advertenties ziet op andere websites. Welke cookies wil je accepteren?

Ik accepteer alle cookies
Ik wil geen marketing en social media cookies