Lokale humanitaire organisaties hebben hulp nodig in hun strijd tegen het Coronavirus

  • 22 april 2020

Bij iedere crisis zijn het lokale leiders en plaatselijke humanitaire organisaties die het eerst in actie komen. Dat is bij deze coronacrisis niet anders. Wel anders is dat zij er nu grotendeels alleen voor staan. Om te voorkomen dat hulpverleners zelf onbedoeld het virus verspreiden, mogen internationale organisaties nu geen extra personeel invliegen. Dit is het moment om lokale organisaties direct te steunen in hun onmisbare werk.

Blog geschreven door Dirk Jan Jalvingh, Beleidsadviseur Noodhulp en Conflict.

Partner Jago Nari strijdt in Bangladesh tegen corona
Partnerorganisatie Jago Nari voert in Bangladesh campagne om coronaverspreiding te voorkomen.

Onlangs waarschuwden de Verenigde Naties dat naar schatting ruim 300.000 mensen in Afrika zullen overlijden aan het coronavirus als er niet adequaat wordt opgetreden. Het virus is nu vastgesteld in meer dan 60% van de landen in Afrika. En ondanks dat het aantal bevestigde besmettingen van rond de 20.000 nog relatief meevalt, zijn er grote zorgen om verdere verspreiding en de mogelijke impact van het virus. 

Dringende tekorten

Door aanhoudende conflicten, haperende economieën en zwakke gezondheidssystemen zijn veel ontwikkelingslanden slecht voorbereid op de pandemie. Het aantal beademingsapparaten en intensive care bedden is extreem laag. Zo hebben de Centraal-Afrikaanse Republiek en Zuid-Soedan respectievelijk drie en vier beademingsapparaten beschikbaar. In Jemen, waar je na vijf jaar oorlog nog nauwelijks kunt spreken van een gezondheidssysteem, zijn 24 miljoen mensen afhankelijk van humanitaire hulp. Veel van hen hebben door gebrek aan voedsel nauwelijks reserves en kampen met verzwakte immuunsystemen. Een uitbraak kan onder zulke omstandigheden desastreuze gevolgen hebben.

Daarnaast wordt verwacht dat het virus zich in ontwikkelingslanden sneller zal verspreiden. In Oeganda bijvoorbeeld worden 1,4 miljoen vluchtelingen opgevangen op beperkte oppervlaktes. In het vluchtelingenkamp Bidibidi wonen meer mensen dan in de stad Eindhoven, maar door geringe ruimte is het onmogelijk om afstand van elkaar te houden. Regelmatig handenwassen – normaal gesproken een effectieve maatregel – is nauwelijks mogelijk door een dringend tekort aan zeep en desinfecterende gel. Maar het grootste probleem is het gebrek aan voedsel en water. Op zoek naar wat eten en water voor het gezin, zijn mensen soms gedwongen om naar buiten te gaan.

vrouwen in Bidibidi vluchtelingenkamp in Oeganda, hygiene

Vrouwen in het vluchtelingenkamp Bidibidi in Oeganda nemen hygiëneproducten mee naar huis.

Lokaal front

Nu het coronavirus zich steeds verder verspreidt, zijn gemeenschappen afhankelijk van lokale organisaties, leiders, en vrijwilligers om ze te voorzien van informatie over het virus en hoe ze zichzelf het beste kunnen beschermen. Zo voert partnerorganisatie Jago Nari in Bangladesh campagne in samenwerking met jeugdorganisaties om handenwassen te promoten. In de Filipijnen zijn noodfondsen beschikbaar voor mensen die geen eten meer kunnen betalen. Ook komen lokale Filipijnse bedrijven in actie om hun werknemers te ondersteunen, onder andere door lonen voor hun werknemers door te betalen. En omdat een goede informatievoorziening vaak lastig blijkt, heeft in Kenia onze partnerorganisatie Mukuru Youth Initiative (MuYI) onderstaande campagne ontwikkeld om mensen te informeren hoe ze besmetting kunnen voorkomen.

Video

Op deze plek staat een YouTube video. YouTube plaatst cookies.
Als je die hier wilt bekijken, kies dan bij cookie-instellingen dat je social media cookies accepteert.
Of bekijk de video buiten deze site op YouTube.

Dit is het moment om lokale organisaties direct te financieren, zodat hun hulpverleners op effectieve en veilige manier hun naasten kunnen helpen. Terwijl overheden vooral bezig zijn met de nationale aanpak van het virus en de internationale gemeenschap beperkt is door de restricties op internationaal vliegverkeer, moeten we de slagkracht van lokale humanitaire organisaties vergroten. Deze organisaties zijn essentieel voor het beperken van gezondheidsrisico’s en verdere verspreiding. Bovendien spreken ze de taal en kennen ze de mensen binnen de gemeenschappen, waardoor zij snel en adequaat kunnen reageren.

Terwijl juist de lokale organisaties zulk belangrijk werk doen, ging in 2018 nog 96% van de alle humanitaire financiering naar de internationale organisaties. Volgens een recent onderzoek doen lokale organisaties in Syrië meer dan 75% van het uitvoerende werk, maar ontvangen zij minder dan 1% van de beschikbare financiering. Ook worden lokale organisaties minder betrokken bij coördinatie- of besluitvormingsprocessen. Dat moet anders, en dat moet vooral eerlijker.

Oproep

Daarom roepen wij donoren en overheden, waaronder de Nederlandse overheid, op om lokale organisaties te ondersteunen, juist in deze tijd van het coronavirus. Minister Sigrid Kaag heeft 100 miljoen euro toegezegd om ontwikkelingslanden te ondersteunen met de coronacrisis. In plaats van de gebruikelijke noodhulpkanalen, zoals de VN en internationale NGOs, zou de minister ook lokale humanitaire organisaties rechtstreeks moeten financieren. En zodra de crisis voorbij is, moeten we investeren in structurele verbetering van de veer- en slagkracht van lokale humanitaire organisaties. Daarmee besparen we niet alleen tijd en kosten, maar zijn we ook beter voorbereid op een volgende crisis.

Cookies

Logo Oxfam Novib

Fijn dat je onze site bezoekt

Cookies helpen ons om jou te laten zien wat je interessant en belangrijk vindt op onze eigen website, andere websites en sociale media. Vind je dat goed?

Logo Oxfam Novib

Cookies zelf instellen

Analytische en functionele cookies zijn nodig om te zorgen dat onze website goed werkt. Marketing en sociale media cookies zorgen dat je relevante advertenties ziet op andere websites. Welke cookies wil je accepteren?

Ik accepteer alle cookies
Ik wil geen marketing en social media cookies